Geschreven door Frank de Vetter
Sinds een tijdje werk ik een middag in de week als fietskoerier voor een leuk jong bedrijf, Velomedi.
Ik bezorg voor de apotheken in Rijen medicijnen bij mensen die om allerlei redenen moeilijk zelf naar de apotheek kunnen. Het is niet omdat de politie zo slecht betaalt, alhoewel dat salaris niet spectaculair is. Ik vind het gewoon erg leuk om te doen en waar anderen dure sportschool abonnementen betalen krijg ik voor mijn fietstraining betaald.
Als pillenkoerier rijdt je op een sportfiets in flitsende Velomedi kleding met een vaak overvolle rugtas alle bezorgadressen langs. En dan heb je heel vaak van die korte vaak verrassend mooie gesprekjes. Zoals die van vanmiddag.
Met het zakje van de apotheek in mijn hand bel ik aan bij zo’n intercom die je tegenwoordig standaard bij alle appartecomplexen aantreft.
Je belt aan en wacht....je weet dat het vaak om oudere mensen gaat dus de afspraak is dat je lang wacht. Je moet zo’n oudje natuurlijk de kans geven om uit de “sta op stoel” te klimmen, de rollator aan te trappen en naar de deur te hobbelen.
Maar uiteindelijk komt er dan wel geluid uit het bellenblok en kijk je in de het bolle vissenoog in de hoop dat de klant je herkent. Natuurlijk wonen de klanten nooit op de 1e etage en sportief als ik ben ren...nou ja loop ik via de trap naar de 4e verdieping.
De lift laat ik voor wat hij is, want die stopt op iedere verdieping en is net zo traag als de bewoners. Waarom zit er trouwens altijd een spiegel in zo’n lift.....persoonlijk word ik daar niet blij van omdat mijn lijf in fietskleding toch altijd weer minder atletisch lijkt te zijn dan ik mezelf altijd toedicht.
Misschien is dat stiekem wel de echte reden dat ik de trap neem. Win-win
Om toch een fitte indruk te maken stop ik even op de 4e verdieping om de ademhaling weer onder controle te krijgen en de knieschijven weer op de juiste plek te duwen. Ogenschijnlijk relaxed loop ik naar de deur van het appartement. Daar staat een vrouw van dik in de 80 met rollator en bloemetjesjurk, al breed lachend met de deur open te wachten.
“Ach, hallo meneer fijn dat u er bent ik zat al op u te wachten”.
Oh, daar ben ik blij om, had u de medicijnen zo hard nodig?
“Ben je gek vent, ik heb eigenlijk geen idee waarom ik die pillen gebruik, maar weet u ik vind het gewoon fijn als er iemand langs komt”
Vervolgens begint deze vrouw zwaar leunend op de rollator een verhaal over haar kort geleden overleden man , over hoe fijn ze het samen hadden en hoe moeilijk ze het vond toen hij een herseninfarct kreeg en daar na maanden verzorging aan stierf. Ze hadden geen kinderen en veel familieleden en vrienden waren er ook al niet meer. Daarom vond ze het heerlijk als er eens iemand aan de deur kwam.
“Weet u meneer, mijn man heeft ook lang gefietst op zo’n racefiets ( waarbij mevrouw bij het uitspreken van -racefiets- een gezicht trekt of ze een heel smerig woord uitsprak)
Ik vond het maar niets dat ie zo lang weg was , snap ook niet wat hij eraan vond maar ja hij bleef er fit bij dat moet ik zeggen.
Weet u, u lijkt wel een beetje op hem zo in dat pakkie...nou ja jaren geleden dan he. Maar maak u geen zorgen hoor, ik hoef geen man meer...op mijn leeftijd geeft dat alleen maar gedoe”
Nou mevrouw u maakt me bijna verlegen, ik moet weer gaan hoor want ik heb nog een boel medicijnen te bezorgen.
“Natuurlijk vent ik sta hier maar te kleppen, ik houd u niet langer op. Dank je wel hoor.”
Das graag gedaan mevrouw tot de volgende keer. Fijne avond.
“En uhh doet u wel een beetje voorzichtig met al dat verkeer enzo.....houdoe”
Daarna ga ik weer verder nog nagenietend van het babbeltje, ik vind dat mooi. Als ik op mijn fiets stap op weg naar de volgende patiënt fiets ik voor het appartement langs en geen idee waarom maar ik kijk even omhoog. Daar staat mevrouw achter het raam, en ze zwaait naar me....ik zwaai terug en bedenk me dat deze mevrouw eigenlijk een beetje haar man uitzwaait.
Ik besef waarom ik dat koerieren zo leuk vind en hoop dat deze mevrouw volgende week weer op mijn bezorglijst staat.